Gastvrij Nederland: Perspectief geboden maar nood voor ondernemers blijft hoog

Ondernemers in de brede toerisme, vrijetijds- en zakelijke gastvrijheidssector reageren met gemengde gevoelens op de versoepeling van de maatregelen om het coronavirus in te dammen. Een deel van de sector is opgelucht dat de weg naar herstel is ingezet. Maar voor de ondernemers die nog niet open kunnen, is de uitkomst van de persconferentie zeer teleurstellend.

Kees van Wijk, voorzitter Gastvrij Nederland is voorzichtig optimistisch. “Ik constateer een opgaande lijn. Maar zoals één zwaluw nog geen zomer maakt, maken deze eerste versoepelingen dit jaar nog niet goed voor veel ondernemers”.

In de persconferentie van 6 mei heeft het kabinet aangekondigd dat de maatregelen om het coronavirus in te dammen, langzaam worden versoepeld. Het plan is om in meerdere stappen gedurende een langere periode verschillende sectoren in de economie open te stellen.

Dat dit kabinet een routekaart hanteert en een voorzichtige en intelligente weg terug kiest, kan rekenen op begrip en steun van de ondernemers in de sector. Gastvrij Nederland is blij dat premier Rutte meer dan tijdens vorige persconferenties oog heeft voor de nijpende situatie bij veel ondernemers. “Gelukkig heeft het kabinet aangekondigd spoedig het tweede steunpakket te presenteren. En dat in dat steunpakket extra aandacht komt voor ondernemers die nu nog niet open kunnen. Dit is onder meer erg belangrijk voor de reis- en evenementensector”.

Maar de voorzichtige en intelligente weg terug zorgt er voor dat nog lang niet alle problemen voor ondernemers in de sector zijn opgelost. Zo mogen gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen op campings pas per 1 juli open, is er onduidelijkheid over de openstelling van dagrecreatie (attractieparken en dierentuinen), is er voor veel ondernemers in bijvoorbeeld de horeca absoluut geen rendabele exploitatie mogelijk binnen de beperkingen van de 1,5 meter economie, en zijn grotere evenementen en reizen naar het buitenland nog helemaal niet aan de orde. Van Wijk wijst de overheid op haar verantwoordelijkheid om banen en bedrijvigheid te behouden en kondigt aan spoedig weer met het kabinet in overleg te willen.